Translation meaning & definition of the word "abridge" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "abridge" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Abridge
[Abridge]/əbrɪʤ/
verb
1. Reduce in scope while retaining essential elements
- "The manuscript must be shortened"
- synonym:
- abridge ,
- foreshorten ,
- abbreviate ,
- shorten ,
- cut ,
- contract ,
- reduce
1. De reikwijdte verkleinen met behoud van essentiële elementen
- "Het manuscript moet worden ingekort"
- synoniem:
- abridge ,
- vooraf ingekort ,
- afkorten ,
- inkorten ,
- gesneden ,
- contract ,
- verminderen
2. Lessen, diminish, or curtail
- "The new law might abridge our freedom of expression"
- synonym:
- abridge
2. Verminderen, verminderen of inperken
- "De nieuwe wet zou onze vrijheid van meningsuiting kunnen beknotten"
- synoniem:
- abridge