Translation meaning & definition of the word "abdicate" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "abdicaat" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Abdicate
[Abdicate]/æbdəket/
verb
1. Give up, such as power, as of monarchs and emperors, or duties and obligations
- "The king abdicated when he married a divorcee"
- synonym:
- abdicate ,
- renounce
1. Opgeven, zoals macht, als van vorsten en keizers, of plichten en verplichtingen
- "De koning trad af toen hij met een gescheiden vrouw trouwde"
- synoniem:
- aftreden ,
- afstand doen